Appel-pecannotenbroodje

Bereidingswijze

• Was de appel en snijd in halve plakken. Maal 40 gram pecannoten fijn in een keukenmachine.
• Doe de appelschijven, vanillesuiker, kaneelpoeder, kaneelstokje en de roomboter in een pan met dikke bodem. Bak het samen op hoog vuur, tot het begint te pruttelen. Laat het dan met de deksel op de pan voor 30 minuten op laag vuur verder koken tot de appel zacht is.
• Doe de appelmengsel in een zeef boven een diepe kom en duw met een lepel het mengsel door de zeef.
• Voeg de fijngemalen pecannoten en de honing toe aan het mengsel. Meng alles goed samen en doe het mengsel in een spuitzak of boterhamzak. Zet het voor even in de koelkast om wat steviger te worden.
• Laat de bladerdeeg plakjes op je werkblad ontdooien. Maak aan de onder- en bovenkant van een plakje inkepingen. Snijd vervolgens ook aan beide zijkanten inkepingen, zie foto’s.
• Verdeel een beetje van de appel-noten pasta over het midden van een plakje.
• Vouw de boven- en onderkant van het bladerdeeg naar binnen. Vlecht vervolgens de gesneden stukjes om en om over de vulling heen tot er een gevlochten broodje ontstaat. Leg de broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat.
• Hak wat pecannoten met een mes. Bestrijk de broodjes met een geklutst ei en strooi er wat grof gehakte pecannoten over.
• Bak ze in een voorverwarmde oven op 200 graden voor ongeveer 20 minuten tot de broodjes mooi goudbruin zijn. Laat ze heel even afkoelen en genieten maar!